Hof zum Walde: van kleine koelkast tot mooi streekbedrijf

Gepubliceerd op
Aan de rand van het Gelderse Spijk, vlak bij de Duitse grens, runnen Emiel en Esther Stam hun bedrijf Hof zum Walde. Een modern melkveebedrijf dat inmiddels is uitgegroeid tot een volwaardig multifunctioneel landbouwbedrijf. Wat begon met zuivelproductie en een kleine verkoophoek, werd in zeven jaar tijd uitgebreid met een winkel, theetuin, educatie- en excursielocatie én regionale ontmoetingsplek.
  • Thema:
  • Provincie:

Emiel Stam is geboren en getogen op het erf waar hij nu met zijn gezin woont. Na zijn studie veehouderij in Den Bosch rolde hij in het familiebedrijf. De combinatie van zijn liefde voor dieren en een brede interesse – van kunstgeschiedenis tot architectuur – maakte dat hij meer wilde dan alleen melk produceren. ‘Ik had een traditioneel melkveebedrijf maar wilde graag van begin tot eind invloed te hebben op het eindproduct, “zelf zuivelen”, noem je dat. Dat geeft voldoening.’ De wens voor verbreding kreeg echter pas echt vorm toen Emiel na een ongeval hersenletsel opliep en zijn vrouw Esther – van oorsprong werkzaam in de zorg – vanwege gezondheidsproblemen in het gezin haar baan moest opzeggen. ‘Ze is een natuurtalent in de keuken. Toen zijn we klein begonnen met zuivel en taart, gewoon in een koelkastje in huis. De winkel groeide stap voor stap.  Mensen vonden de producten lekker en kwamen terug.’ Inmiddels is de winkel uitgebreid, is er een theetuin met zelfbediening – de taart staat op een etagère - en zijn er excursies vanaf het erf.

Voor de uitbreiding van hun activiteiten moesten Emiel en Esther het bestemmingsplan voor hun bedrijf laten aanpassen. ‘Voor horeca en een volwaardige winkel was een bestemmingswijziging en een vergunning nodig. De gemeente Zevenaar is van goede wil en een wijziging blijkt niet nodig, vooruitlopend op het nieuwe omgevingsvisie, maar zodra puntje bij paaltje kwam merkte ik wat terughoudendheid.’ Een vaste contactpersoon hadden ze niet. ‘Er was veel verloop bij de gemeente. Dat helpt niet.’ Ook de poging om alcohol te mogen schenken liep spaak. Omdat de winkel aan het horecagedeelte grenst, mocht het niet. ‘Terwijl het terras gewoon buiten ligt. Dat vond ik onnodig rigide. Ik krijg ook een beetje de indruk dat de gemeente de horeca in de dorpen wil beschermen tegen de ontwikkelingen op het platteland. Maar juist in de dorpen zijn de voorzieningen steeds minder aan het worden. Nou, geef óns dan een kans, zou ik zeggen!’

Toch zijn er ook positieve ervaringen. 'Uiteindelijk mochten we uitbreiden naar 100 vierkante meter winkelruimte omdat het in lijn lag met de nieuwe omgevingsvisie. Die omgevingsvisie werd namelijk de vervanger van het gemeentelijke bestemmingsplan. En dat het beroemde Pieterpad hier vlak langsloopt, zorgt voor veel bezoekers. Ook de aanloop van Duitse klanten blijkt waardevol. ‘Bijna zestig procent van onze klanten komt inmiddels uit Duitsland. Ze zijn bereid te betalen voor kwaliteit en hechten veel waarde aan duurzaamheid.’ Overigens geeft Emiel aan dat de winkel en horeca ondanks de gewaardeerde klandizie nog steeds niet heel gemakkelijk financieel rond te krijgen is. ‘Je hebt medewerkers nodig en dat kost veel geld.’

Jessica en Pierre Hopman geportretteerd in hun kaaswinkel

De verbinding tussen landbouw en natuur is een belangrijk onderdeel van het bedrijf. Emiel: ‘We werken met kruidenrijk grasland – bijna al ons grasland is inmiddels omgezet – en hebben hagen en struweel aangeplant. Dat is goed voor de biodiversiteit – soms tel ik wel dertig vlinders op één vierkanter meter – en de kwaliteit van de melk.’ De zuivel wordt deels in eigen beheer gemaakt, de productie van kaas wordt uitbesteed aan een collega-boerderij.

Wat Emiel andere agrariërs die overwegen de overstap te maken, wil meegeven? ‘Begin met een goed onderbouwd plan, ga vroegtijdig in je planvorming in gesprek met de gemeente en zie multifunctionele landbouw vooral niet als iets voor “erbij”, maar als een volwaardig bedrijf op zich. Je hebt er personeel voor nodig en het vraagt om marketing, klantgerichtheid, en een lange adem. Veel collega’s onderschatten dat.’

Voor beleidsmakers heeft Emiel ook een duidelijke boodschap: ‘Als je een leefbaar platteland wilt, omarm dan wat ondernemers ontwikkelen. Vanuit Den Haag horen we dat het platteland meer aandacht moet krijgen, maar de gemeentelijke praktijk van regelgeving blijft weerbarstig. Maak beleid dus flexibeler, stimuleer initiatieven die bijdragen aan het gebied en durf vertrouwen te geven. Te vaak blijft het bij mooie woorden zonder ruimte om echt te groeien. Terwijl er zoveel mogelijk is, als je samenwerkt.’

Emiel en Esther denken alweer vooruit: aan uitbreiding van de horeca, eventueel een vakantiewoning en misschien zelfs zorg leveren op het erf, bijvoorbeeld dagbesteding. ‘Maar we bouwen stap voor stap aan ons bedrijf,’ besluit Emiel. ‘Alles moet passen bij ons leven, bij wat we aankunnen, en vooral: bij wie we zijn.’

Kijk op de website van Hof zum Walde