
Geiten en educatie in het Amsterdamse Bos
Gepubliceerd opHet idee voor de biologische geitenboerderij ontstond bij Willem, die eerder in het buitenland ontwikkelingswerk had gedaan. ‘Hij had gezien dat geiten houden een betrekkelijk eenvoudige vorm van veehouderij is’, vertelt Corine. ‘Geiten passen zich makkelijk aan, geven melk en zijn sociaal. Dat sprak ons aan.’ Vanuit dat uitgangspunt groeide het plan voor een educatieve boerderij die dicht bij de stad moest liggen, juist om kinderen en volwassenen in contact te brengen met dieren en landbouw.
Logische plek
Een geschikte locatie werd gevonden in het Amsterdamse Bos. De combinatie van natuur die bereikbaar is vanuit de stad en de recreatieve functie, maakte het een logische plek. Maar het opzetten van de boerderij was geen vanzelfsprekend succesverhaal. ‘We hebben bij meerdere banken aangeklopt voor een bescheiden lening, maar niemand durfde het aan. In 1988 waren nog weinig mensen bekend waren met het begrip biologische veehouderij. Pas bij de Triodos Bank vonden we gehoor, met hulp van garantstellingen door familie en vrienden. Deze bank, en onze familie en kennissen, zagen wél heil in ons idee.’Zuivelen in de kelder
In 1988 openden Corine en Willem de Ridammerhoeve, vernoemd naar een samentrekking van hun achternamen. Inmiddels houden ze zo’n 120 melkgeiten, 250 kippen, een varken en vier (zoog)koeien. Alle zuivelproducten verwerken zij zelf: in de kelder onder het restaurant staat een volwaardige zuivelinstallatie voor melk en kaas. ‘We maken zelf kaas, yoghurt, karnemelk, melk en zelfs ijs van geitenmelk. En alles is hier te koop, in onze boerderijwinkel.’
Ook educatie kreeg vanaf het begin veel aandacht. Bezoekers kunnen zien hoe de melk wordt verwerkt en kinderen mogen helpen bij het voeren van de dieren. Een aantal jaren was de Ridammerhoeve ook een plek voor zorg en dagbesteding. ‘We vonden dat prachtig werk om te doen, maar uiteindelijk hebben we die activiteiten moeten stoppen,’ vertelt Corine. ‘De hoeveelheid regels, administratie en toezicht zorgde voor te veel werk.’
Lange adem
Daarom stelt Corine dat de overstap naar multifunctionele landbouw om een lange adem vraagt — ‘je moet er niet van uitgaan dat je meteen een winstgevend bedrijf hebt’ — en nogal wat creativiteit. ‘We halen inmiddels inkomsten uit praktijklessen voor scholen en onze ruimtes worden gebruikt voor colleges van de Vrije Universiteit Amsterdam en voor vergaderingen van bedrijven uit het naastgelegen Schiphol. Bovendien organiseren we bedrijfsuitjes waarbij mensen tijdens een workshop hun eigen geitenkaasjes kunnen maken. Maar de meeste inkomsten halen we uit ons restaurant.’
Regeldruk
Hoewel Corine er volkomen achter staat dat er regels zijn voor multifunctionele landbouw, ervaart ze in bijna veertig jaar ondernemen wel een toegenomen regeldruk. De boerderij ligt op grond die eigendom is van de gemeente Amstelveen, maar het beheer van het Amsterdamse Bos is in handen van de gemeente Amsterdam. In de praktijk moet Corine daarom “zaken doen” met het Grondbedrijf Amsterdam. ‘We hebben te maken met verschillende afdelingen, regels en belangen. Om een voorbeeld te noemen: de vergunning voor uitbreiding van onze winkel met horeca duurde acht jaar. En het moesten gescheiden ruimtes zijn met aparte kassa’s omdat je deze functies niet mag combineren.’
Maatwerk en vertrouwen
Corine ziet dat overheden vaak wel waardering hebben voor het werk dat ze doen, maar dat zich dat nog niet vertaalt in ondersteunend beleid. ‘Wij hebben vooral behoefte aan maatwerk en aan vertrouwen. In de praktijk ligt dat lastig. Met het oog op de opvolging van ons bedrijf door onze kinderen Tom en Iris wilde ik de huur van onze grond onze huur alvast verlengen met dertig jaar. Dat bleek een probleem. De gemeente wilde eerst niet verder gaan dan zeven jaar, en daarna zouden al onze opstallen hun eigendom worden. Daar werd ik niet blij van. Contractueel zijn we er nu uit. We onderhandelen nog over de huurprijs, maar er komt gelukkig toch een verlenging met dertig jaar.’
Voorbereid met een plan
Corine en haar gezin runnen het bedrijf samen met acht vaste krachten en ongeveer 25 parttime seizoensmedewerkers. ‘Voor mijzelf is de administratie bijna een fulltime baan, heel anders dan in onze “pioniersjaren”. Wij doen veel voor de lokale gemeenschap, als attractie, als educatief bedrijf en als vergaderlocatie, maar ik vind dat we er weinig voor terugkrijgen. Wij hebben hier in 36 jaar ontzettend veel geïnvesteerd, dan vind ik dat de gemeente zich ook wel wat soepeler mag opstellen.’ Aan collega-ondernemers die overwegen over te stappen op multifunctionele landbouw geeft Corine het advies om goed na te denken over je plan, je goed voor te bereiden op de bijkomende administratie en vooral niet denken dat je het gemakkelijk als neventak kunt doen. ‘Wij zijn natuurlijk van meet af aan begonnen als multifunctioneel bedrijf. Voor een agrariër die al een bestaand bedrijf heeft, zal het anders liggen. Zelf vind ik het prettig om biologisch te werken en kleinschalig te blijven, maar dat is niet voor iedereen weggelegd, verwacht ik.’
Meer weten?
Bezoek de website van de Ridammerhoeve