
“We moeten stoïcijns blijven doorwerken aan kleine stappen vooruit.”
Gepubliceerd op
Wat maakt jouw werk interessant?
“Ik ben geen inhoudelijk specialist, maar hou van het werken in gebieden waar veel belangen van partijen, en dus mensen, samenkomen. Gebiedsontwikkeling trok me al bij de provincie Gelderland. Toen werkten we aan grootschalige projecten binnen het Programma Ruimte voor de Rivier. Daar leerde ik dat het niet alleen vanzelfsprekend is om het gesprek aan te gaan met de mensen die geraakt worden door ruimtelijke ingrepen. Maar ik ontdekte ook hoe belangrijk het is om te investeren in de samenwerking tussen collega’s van verschillende organisaties die allemaal een rol hebben in die veranderingen. Het succes staat of valt met de wil en het uiteindelijke lef om er samen iets van te maken. Die lessen neem ik nog steeds mee.”
Wat is volgens jou de grootste opgave?
“We wonen in een fantastisch land, maar elke vierkante centimeter is letterlijk bestemd. De druk op de ruimte neemt toe, door verschillende doelen zoals voor natuur, klimaat, landbouw en wonen. Soms kunnen die samengaan, maar vaak botsen doelen ook. Hoe zorg je ervoor dat de landbouw kan verduurzamen door te extensiveren, terwijl de natuur ook extra grond nodig heeft? En wat komt er van natuurdoelen terecht als grond extra wordt aangekocht voor woningbouw of defensieterrein? In ruimtelijke processen moeten we dus scherpe, vaak politieke, keuzes maken. Dat is ingewikkeld, want belangen verschillen. Toch moeten we het gesprek daarover blijven voeren, en uiteindelijk keuzes voorleggen en durven kiezen. ‘Niet alles kan overal’, werd al vaker gezegd.”
Hoe moeten we die opgave aanpakken volgens jou?
“Ik denk dat we meer doelen en opgaven kunnen combineren. Daardoor kunnen we samen de ruimtelijke puzzel leggen. Het grootste knelpunt daarbij vind ik persoonlijk dat het overkoepelende verhaal van het NPLG en de uitwerking daarvan in het PPLG, van tafel is. Dat vond ik eigenlijk een heel logische denklijn en een kapstok waar meerdere partijen in gebieden mee konden werken. Ik hoop dat de Nota Ruimte op dit vlak wat perspectief gaat bieden. Wat betreft het domein van landbouw en natuur wordt er gewerkt aan een nieuw kader. Tot die tijd gaat, voor ons als DG Realisatie, de aandacht de komende tijd uit naar de voortgang vanuit de maatregelpakketten. Daarnaast zetten we vanuit het Rijk extra in op ondersteuning in vijftien specifieke gebieden met een grote en vaak gestapelde opgave.”
Wat vraagt dat van professionals?
“Het vraagt om samenwerking, maar ook om durf. Want we zijn allemaal met hetzelfde type opgave bezig. Niemand weet precies hoe het moet en niemand heeft alle kennis in huis. Daarom is het belangrijk dat we een brede blik houden en blijven leren van wat wel werkt. Dat doen we door praktijkervaringen te delen en kennis over ruimtelijke processen toegankelijk te maken. We brengen bijvoorbeeld provincies bij elkaar die met vergelijkbare vraagstukken zitten. Zo kun je van elkaar leren en sneller stappen zetten. Het succes zit in mensenwerk. We hebben daarvoor in het landelijk gebied zowel de landelijke, regionale en lokale overheid nodig, maar ook de veranderenergie van inwoners en ondernemers. Je hebt het samen te doen.”
Wat zou je oproep zijn aan je collega’s die werken aan het landelijk gebied?
“Laat je niet ontmoedigen. Werk stoïcijns door. Zoek de energie op die er is in het veld – die is er echt. We zien in veel gebieden bevlogen mensen die samen aan de slag willen. Sluit daarop aan. Soms zijn kleine stapjes al genoeg om iets in beweging te krijgen. Dat is waar de Werkplaats voor landbouw en natuur ook een rol in kan spelen. Als plek waar je inspiratie vindt én waar je kunt aanhaken.”
Aan wie geef je het stokje door?
“Ik geef het stokje graag door aan Dyon Temming. Hij is een doener die in het veld mensen en belangen bij elkaar brengt. Hij werkt in gebieden waar ruimtelijke opgaven samenkomen. Zijn praktijkverhalen kunnen anderen inspireren en maken zichtbaar wat er allemaal al gebeurt.”